Dialect en Folklore

Putters Praoten

Putten ligt in het grensgebied van het Nedersaksisch en het Hollands/Utrechts. Oostelijk van Hierden tot ver in Duitsland en van Drenthe tot de Achterhoek wordt nog Nedersaksisch gesproken.

Vroeger mocht je niet ‘plat praoten’, later was het wel interessant als je dialect kon spreken, maar sinds kort is het Nedersaksisch een officieel erkende streektaal. Net als het Fries en het Limburgs. Het Putters is sterk beïnvloed door het Utrechts/Hollands, het latere Algemeen (Beschaafd) Nederlands.

Dat geldt ook voor de buurgemeenten. In Ermelo zegt men: hie geet en hie steet, in Putten hie goat en hie staot, hij gaat en hij staat. In Barneveld: evroege en esloege, Putters evreugen en esleugen, gevraagd en geslagen. En in Nijkerk duun ze ’t greig int doenker, in Putten doen ze ’t grèèg in ’t donker. Hoe dat zo gegroeid is, is onbekend.

Het PHG heeft een boekje uitgegeven Putters Praoten met een woordenlijst, enkele verhaaltjes, recepten en kinderspelletjes. Bij de vierde druk (2014) is een DVD bijgevoegd waarop enkele verhaaltjes worden voorgelezen. Zo kan men horen hoe het uitgesproken wordt en lezen hoe men getracht heeft dat op te schrijven.

Het boek Putters Praoten met DVD is te verkrijgen bij de Boekhandelaren en het VVV in Putten en bij PHG Boekenmarkt Dorpsstraat 23 Putten.